De gemeente Sint-Joost heeft een zeer veelzijdige architecturale rijkdom geërfd, nu eens geïnspireerd door de Renaissance, dan weer door de gotische stijl of de art deco.
De Gemeente en het Gewest hebben nieuwe aanvragen tot bescherming ingediend om het opmerkelijke erfgoed dat op het grondgebied aanwezig is, te behouden:
«Miramar», Sint-Lazarusplein 1 (opgenomen in de inventaris van het Brussels architecturaal erfgoed)
Dit gebouw, ontworpen door architect Claude Laurens in 1967, symboliseert de naoorlogse modernistische beweging die vooral geïnspireerd werd door Le Corbusier, die veel gebouwen in dezelfde stijl ontwierp. De V-vormige zuilen op het gelijkvloers zijn kenmerkend voor deze periode en in het bijzonder voor de stroming van de "wereldtentoonstelling" Van deze periode zijn weinig sporen overgebleven in Brussel, en zeker niet zo'n belangrijke realisatie als deze.
Het voormalige chirurgische hospitaal van Dokter Verhoogen
Gelegen Maria-Theresiastraat 98-102 is een opmerkelijke getuige van medische architectuur. Dit geheel, dat in twee fasen werd ontworpen (1907 en 1920) omvat een neoklassiek herenhuis dat werd verbouwd tot privé-hospitaal en een bijgebouw in art-decostijl.
Het is een prachtige realisatie van de beroemde Art Nouveau-architect en specialist in ziekenhuisgebouwen : Jean-Baptiste Dewin (1873-1948). In 1948 verbouwt de architect Léon Mercenier de bijgebouwen tot orthopedische kliniek voor de nieuwe eigenaar. Het geheel wordt nadien tot een voornaam rust- en herstellingstehuis verbouwd genaamd “La Charmille” waar de schilders Fernand Khnopff en Fritz Toussaint hun laatste levensdagen doorbrachten.
Het geheel staat dwars op de straat, op het binnenterrein van een huizenblok, aan weerskanten van een binnenkoer / tuin met een groot neoklassiek gebouw en een bakstenen gebouw in art- decostijl met elkaar verbonden door een ondergrondse doorgang. De dakkapellen met natuurlijk licht werden nuttig ontworpen voor de chirurgen in de operatiezalen. De verzorgde en geometrische esthetiek werd ingericht ten dienste van de zieken : gekleurde glasinloodramen, planten- en dierenmotieven, figuratieve en ludieke decoratie.
«Maison Hayoit»
Het «Maison Hayoit» is een gebouw dat vanaf het begin werd ontworpen voor commerciële doeleinden op de hoek van de Leuvensesteenweg / Kleine Dalstraat en werd getekend door de architecten Fernand Symons en Guillaume Veldeman (1927).
Het meest opmerkelijke aspect van deze constructie is de gehele art deco siergevel (cannelures, rozenmotieven), ontworpen als een volledige reclame (gecombineerd met een uithangbord) die zichtbaar is vanaf boven en beneden op de steenweg om de aandacht van de voorbijgangers te trekken op de "spiegelvitrines" van de winkel. Het gebouw werd de hoofdvestiging van het linnengoedmerk en zou getuigen van het prestige van het bedrijf. De verdiepingen
werden gebruikt voor de kantoren, die in verbinding waren met de winkel. In 2016 is het grootste deel van de mezzanine een kantoor geworden en op de bovenste verdiepingen werden de kantoren verbouwd tot appartementen (deze vallen niet onder de bescherming). De decoratie is sober, tijdloos en zeer kwalitatief door de materiaalkeuze. De winkel staat vol met originele, op maat gemaakte meubels.
Maison Hayoit, dat werd opgericht in 1898, illustreert de belangrijke plaats die de textielproductie in het interbellum inneemt op de Brusselse arbeidsmarkt (spinbedrijven en onafhankelijke ateliers).
Als gebrevetteerde leverancier aan het Belgische Hof van Koning Albert I sinds 1921, behoudt het deze titel tot op de dag van vandaag.
In 2013 wordt het hoofdkantoor van de oorspronkelijke eigenaren verhuisd, waarbij ze zich opnieuw richten op hun acht verkooppunten in andere gemeenten.
De laatste bescherming die in Sint-Joost werd geregistreerd, was het prestigieuze Herenhuis in een eclectische stijl dat herinnert aan Lodewijk XVI (imposante voorgevel in Beaux-Arts stijl en een meer sobere achtergevel in de Vlaamse neorenaissance stijl), het voormalige Hôtel Boël, Koningsstraat 288 in april 2019.
Deze architecturale gebouwen verdienen een zekere mate van erkenning van hun erfgoedbelang alsook een zekere mate van bescherming om hun behoud, onderhoud en zelfs hun restauratie te verzekeren.