Vanaf 1 februari met de intermodale vervoerbewijzen 'BRUPASS' en 'BRUPASS XL'' vergemakkelijken de vier openbaarvervoerbedrijven het gebruik van het openbaar vervoer en wordt het aantrekkelijker om vanuit de randgemeenten naar Brussel te gaan en terug.
Na goedkeuring door de verschillende regeringen lanceren NMBS, De Lijn, TEC en de MIVB een nieuw productengamma dat toegang biedt tot alle openbaarvervoermiddelen in een uitgebreide zone rond Brussel. Tot nu toe was de perimeter beperkt tot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Vanaf 1 februari 2021 kunnen de reizigers dankzij de nieuwe BRUPASS XL-tickets en -abonnementen met één enkel ticket en met een gemeenschappelijk tarief gebruikmaken van trein, tram, bus en/of metro in een uitgebreide perimeter van 11,5 km rond de 19 Brusselse gemeenten (enkel voor de bediening van de luchthaven van Zaventem is er in beide richtingen een speciaal tarief). De BRUPASS vervangt de MTB- en JUMP-vervoersbewijzen binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Harmonisatie van de tarieven zal niet alleen het gebruik van het openbaar vervoer vereenvoudigen, maar ook het aanbod uitbreiden en de kosten van intermodaliteit voor de gebruiker verlagen.
MTB en JUMP worden Brupass
Met verschillende openbaarvervoermiddelen in Brussel reizen blijft mogelijk dankzij het bestaande productenassortiment dat vandaag een nieuwe naam gekregen heeft. De huidige "JUMP tickets" (1 rit, 10 ritten of dagkaarten) en "MTB-abonnementen" van 1 maand of 1 jaar zullen voortaan BRUPASS heten. Deze vervoerbewijzen worden vanaf 1 februari 2021 aangevuld met het "BRUPASS XL"-gamma, dat een groter gebied zal bestrijken (de 19 Brusselse gemeenten en de nabije periferie).
De BRUPASS XL-zone
De BRUPASS XL-zone omvat de huidige zone van Brussel (de voormalige "MTB-zone") en de uitgebreide zone.
Een zone die bediend wordt door bijna 1.400 treinen per dag, met 52 stations en ruim 2.800 bus-, tram- en metrohaltes
Voor de treinritten betekent dit dat de huidige zone - die wordt gedekt door de 35 Brusselse stations - wordt uitgebreid met 17 stations: Beersel, Buda, Diegem, Dilbeek, Groenendaal, Groot-Bijgaarden, Hoeilaart, Holleken, Linkebeek, Lot, Nossegem, Ruisbroek, Sint-Genesius-Rode, Sint-Martens-Bodegem, Vilvoorde, Zaventem en Zellik.
Voor de TEC zal het aantal bediende haltes stijgen van 73 tot 121, ofwel 48 bijkomende haltes. Elke dag verbinden bijna 600 ritten Wallonië met Brussel.
De zone wordt doorkruist door 111 buslijnen van De Lijn. De bussen stoppen in Brussel en de Rand aan zo’n 600 eigen haltes, bovenop een groot aantal haltes die gedeeld worden met NMBS, MIVB en TEC.
De toegang tot het volledige MIVB-net blijft uiteraard gegarandeerd: het gaat om 83 tram-, bus- en metrolijnen, 2.200 haltes en 69 metro- en premetrostations.
Enkel voor de bediening van de luchthaven van Zaventem is er in beide richtingen een speciaal tarief.